We’ve updated our Terms of Use to reflect our new entity name and address. You can review the changes here.
We’ve updated our Terms of Use. You can review the changes here.

Geen haast

by Dominique Engers

/
  • Record/Vinyl + Digital Album

    Prachtige 180-grams persing van Geen Haast op vinyl met uitklaphoes en binnenhoes met foto's en alle liedteksten.

    Includes unlimited streaming of Geen haast via the free Bandcamp app, plus high-quality download in MP3, FLAC and more.
    ships out within 5 days
    edition of 1000 
    Purchasable with gift card

      €25 EUR

     

  • Streaming + Download

    Includes unlimited streaming via the free Bandcamp app, plus high-quality download in MP3, FLAC and more.

    Inclusief digitaal hoesontwerp in pdf (9 pagina's).
    Purchasable with gift card

      €15 EUR

     

1.
Stokroos 01:57
STOKROOS (Dominique Engers/Jeroen de Vries) Ik dacht een laatbloeier te wezen Maar dat is helemaal niet waar Ik heb ontdekt: ik ben een stokroos Die bloeit gewoon niet ieder jaar Soms een jaar dat alles stilstaat Het andere jaar vol in de knop Als uit een winterslaap ontwaakt Dan bloei ik weer enorm op De ene keer sta ik te wachten Stil en dor, geen sprietje groen En dan weer groei ik uit mijn krachten De mooiste bloem van het seizoen Soms dan ben je mij vergeten Wist niet meer dat ik nog bestond En dan ineens schiet ik in juni Als nooit tevoren uit de grond Ik dacht altijd: ik bloei als laatste Maar dat is toch niet wat ik doe Ik ben namelijk een stokroos En die bloeit maar af en toe
2.
EERSTE ZOMERDAG (Dominique Engers/Wessel Coppes) De eerste zomerochtend in het mooie huis aan zee Hij is om half zeven al klaarwakker Een rieten mandje aan zijn arm, z’n jongste dochtertje mag mee Want ze gaan samen voor croissantjes naar de bakker Ze lopen langs het strand, twee vlechtjes dansen in haar haar Haar kleine warme handje in de zijne Wiegend op de wind zweeft daar een krijsend meeuwenpaar En de zon belooft de hele dag te schijnen En de tijd rolt als een steentje van een berg Maar vandaag vindt hij dat helemaal niet erg Op deze eerste zomerdag, te blij om daarbij stil te staan Loopt hij er samen met zijn dochter zielsgelukkig achteraan De zee ligt als een spiegel aan het nu nog stille strand Hij heeft niets meer te wensen of te dromen Daar loopt ie met z’n mandje en z’n dochter aan de hand Herkent de geur van zout en dennenbomen Alles zoals het was, hetzelfde als de laatste keer Hij ziet de bootjes zachtjes op het water drijven En het is net alsof hij pas en het is net alsof hij weer En het is net of alles altijd zo zal blijven Refrein En de tijd rolt als een steentje naar omlaag Als een steentje van de berg naar omlaag Alleen de eerste zomerdag lijkt de tijd wel stil te staan Of alles altijd zo zal blijven als vandaag
3.
STRAKKE MANDARIJNEN (Dominique Engers/Eelco Menkveld) Een tafel met een feestmaaltijd en hele mooie wijnen De zon die in de winter zomaar onverwacht gaat schijnen Krakende lakens op je bed als het net is verschoond De eerste krokus die zich als bij toverslag vertoont Ach, de een wordt blij wanneer ie een record gebroken heeft De ander als z’n kindje voor het eerst een lachje geeft Echt geluk dat zit hem in het hele kleine Zo word ik altijd blij, zo godvergeten blij Ik word zo blij van strakke mandarijnen Dat je twee kilo kwijt bent na je eerste weekje lijnen Eendjes voeren in het park of zwemmen met dolfijnen Een plant die maandagochtend bij het vuilnis is gezet En die door een passant dan toch het leven wordt gered Ach, de een wordt blij van chocolaatjes in z’n kerstpakket De ander als z’n kindje voor het eerst een stapje zet Refrein Een aambei die na maanden pijn ineens lijkt te verdwijnen Een preitaart die gelukt is of op tijd rijdende treinen Het schilderij boven je bank dat eindelijk goed hangt Een katje dat een muis belaagt maar die steeds net niet vangt Ach, de één wordt blij als ie met scrabble al z’n letters legt De ander als z’n kindje voor het eerst een woordje zegt Refrein
4.
Bij het oude 03:28
BIJ HET OUDE (Dominique Engers/Eelco Menkveld) Ik hoef geen nieuwe ijskast als de oude het nog doet Ik hoef geen hippe merken spijkerbroeken Het voordeel van een E-reader begrijp ik best heel goed Maar ik ben nog altijd dol op echte boeken En ik weet ergens een klein dorpje waar de tijd heeft stilgestaan Waar de vooruitgang nergens nog heeft huisgehouden Op het dorpsplein staat al jarenlang een prachtige plataan Ach, waarom blijft gewoon niet alles bij het oude? Ik wil geen andere ijskast en ik wil geen andere man Ik wil geen iPad waar je overheen moet wrijven Ik ga niet op Bikram yoga en ik koop geen slowcook pan En ik ben nog altijd dol op brieven schrijven En ik weet ergens een Frans dorpje waar de tijd heeft stilgestaan Oude mannen zitten met hun oude vrouwen Aan de koffie in de schaduw van die prachtige plataan Ach, waarom blijft gewoon niet alles bij het oude? Het concept van een conceptshop of van een pop-up store Dat past bij mij gewoon niet in m’n schema Zit er ergens net een winkel, is ie er alweer vandoor Ik ga al honderd jaar het liefste naar de HEMA En ik weet ergens een Frans dorpje waar de tijd heeft stilgestaan Er is geen Wifi en er zijn geen flatgebouwen Maar de zon schijnt er volop en op het plein staat die plataan En alles blijft er, hoop ik, altijd bij het oude Ik hoef geen hunk op Second Live, geen slanke avatar En ik hoef ook niet virtueel te daten Ik wil met echte mensen naar een echte mensen bar En ik ben nog altijd dol op lekker eten En op een piepklein Frans terras daar drink ik elke zomer wijn Daar word ik oud net als die mannen en die vrouwen Daar wil ik doodgaan in de schaduw van die prachtige plataan Ach, waarom blijft gewoon niet alles…
5.
DE HAVEN IN ’T ZICHT (Dominique Engers/Wessel Coppes) Huizen als schepen, rotsvast aan de rede Het water beweegt en het stroomt naar de zee De haven, mijn haven waar jaren vergleden Daar kwam ik je tegen en ging met je mee Gebouwen als boten, aan steen vastgeklonken Het woelige water een kolkende brij De golven bewegen, ze beuken en bonken Daar kwam ik je tegen en kuste je mij Van zuid en van noord komen altijd weer mensen Honderden, duizenden, zonder gezicht Ze zoeken een thuis en dat doen ze al eeuwen De wind in de rug en de haven in ’t zicht De kade een vesting, de zon op de kranen Olie en rook, het werd maart, het werd mei De wind op mijn wangen, die nat zijn van tranen Hier namen wij afscheid, hier ging het voorbij Van zuid en van noord komen altijd weer schepen Beladen en zwaar, onder teveel gewicht Ze zoeken een thuis en dat doen ze al eeuwen De wind in de zeilen, de haven in ’t zicht Schepen die komen en ook weer verdwijnen De wind in de zeilen, de wind in de rug Hier meerde jij aan en hier werd je de mijne Hier ging je vandaan en hier kwam je terug De mensen die varen, de krijsende meeuwen Licht op de baren of zwaar van gewicht Ze zoeken een thuis en dat doen ze al eeuwen De wind in de rug… Mijn wangen die onder jouw kussen besneeuwen De zon in mijn haar, op mijn zoute gezicht Je komt bij mij thuis en dat doe je al eeuwen De wind in de rug en de haven in ’t zicht
6.
De seizoenen 04:15
DE SEIZOENEN (Dominique Engers/Wessel Coppes) Ik heb je leren kennen in de lente Alle bomen veelbelovend in de knop Ik was achttien en een mollige studente Jij werd mijn wereld, zette alles op z’n kop Amsterdam, ik kreeg een kamer driehoog achter Ik leerde leven in mijn mooie, nieuwe stad Ik vrijde voor de eerste keer en dat was prachtig Ik kocht een veertiendehands fiets die werd gejat In de zomer heb ik zo van je genoten Naar het Vondelpark tot midden in de nacht Kouwe biertjes op terrassen en in boten Lome picknicks op het water van de gracht Amsterdam, ik weet de dag nog dat ik trouwde De zon scheen warm en dat hield maanden maar niet op En ik kocht weer eens een fiets, een hele oude Met kinderzitjes, eentje voor-, één achterop In de herfst heb je mijn ogen weer geopend Voor je kleuren, voor je lichtjes op de gracht Voor je boeken en het bockbier in de kroegen Voor je schoonheid, voor mijn eigen levenskracht Amsterdam, ik voelde me weer even twintig En opnieuw verliefd, opnieuw op vrijerspad Samen naar het Rembrandplein en naar Tuschinski Achterop bij hem, mijn band was weer eens plat Als straks de winter komt, de winter van mijn leven Alles bevroren, zelfs ijs op de Sloterplas Dan weet ik dat jij er zult zijn om troost te geven Dan zul je warm en zacht zijn als een oude jas En in de lente fietsen meisjes op de grachten Die van je houden zoals ik dat heb gedaan Amsterdam, het is zo’n troostrijke gedachte Dat zij er zijn als het mijn tijd is om te gaan
7.
Verandering 03:14
VERANDERING (Dominique Engers/Eelco Menkveld) Zoals de wisseling van jaargetijden Of zon die na een onweer weer verschijnt Een nieuw begin kan brengen, een bevrijden Zo zijn veranderingen nooit een eind Zoals het strand bij eb, leeg, zonder golven Door meeuwen vrolijk krijsend wordt begroet En zich groots, onder een schelpenbed bedolven Elke keer weer laat verrassen door de vloed Zoals het bos, verschroeid en zwartverlaten Ontkiemt nadat een brand er heeft geloeid Dat je alleen gewoon de tijd moet laten Tot elke boom weer naar de hemel groeit Zoals die man, geslagen door het leven De vrouw die van de liefste afscheid nam Zich allebei opnieuw durfden te geven Het kind, dat onverwacht ter wereld kwam Getijden zullen altijd blijven keren Alles beweegt, ga daar niet tegen in En bedenk, als ze het tegendeel beweren Een verandering is altijd een begin
8.
Als eerste 04:15
ALS EERSTE (Dominique Engers/Wessel Coppes) Ik weet het nog, het was een zaterdag En de eitjes hadden iets te lang staan koken Jij had de koffie en de broodjes al geroken En het huis gedaan met de Franse slag En het was toen dat ik ineens besloot Aan dat ontbijt, wij zo gelukkig samen De poes op schoot, het zonlicht door de ramen Ga jij maar als eerste lief, jij mag als eerste dood Ik red me wel, ik smeer wel crème op mijn gezicht Ik blijf bewegen en goed voor mezelf zorgen Ik leer het daglicht wel verdragen in de morgen En in de nacht knijp ik mijn ogen stevig dicht Het bed zal leeg zijn en het huis misschien te groot Ik zal alleen zijn maar ik heb vriendinnen Ik ga desnoods een studie Nederlands beginnen Ik ga, ik ga, ik ga, maar ga jij maar als eerste dood Want wat moet ik in de hemel zonder jou? Moet ik me daar een beetje op gaan zitten vreten? Omdat ik zie: jij geeft de poezen weer geen eten Ik wil niet zien hoe jij onthand bent en in nood Ik ga, ik ga, ik ga, maar ga jij maar… Ik word een leuke ouwe dame, dat is mijn aard Ik ga gewoon een beetje in mezelf praten En me na jouw dood weer op mezelf verlaten En verdragen wat jou hopelijk blijft bespaard Hoe het zou moeten liefste, heb ik in mijn hoofd Hoe jij zonder angsten inslaapt in mijn armen Tot aan je laatste adem wil ik je verwarmen Daarom liefste, daarom, mag jij als eerste dood
9.
ECHTE KAARSJES (Dominique Engers/Eelco Menkveld) Bij ons thuis was het kerstfeest heel bijzonder Een huis vol liefde en dennengroen Een hele grote boom met daar een berg cadeautjes onder Twee kleden voor de haard om daarop spelletjes te doen En mijn moeder kookte heerlijke gerechten En wij, we knipten sterren uit een oude krant En de kaarsjes in de boom dat waren echte Die mijn vader ’s avonds aanstak, één voor één met vaste hand Het moesten echte kaarsjes zijn in alle kleuren En al was er ook een kleine kans op brand Er kon eigenlijk niks gebeuren Met een emmertje met water En daarnaast een tweede emmertje met zand Want die had mijn vader altijd bij de hand Bij ons thuis was het kerstfeest heel bijzonder Een boom vol lichtjes en engelenhaar Ik versierde samen met mijn zusje alle takken En in de huizen om ons heen versierden ze elkaar Maar mijn moeder kookte heerlijke gerechten En mijn vader gaf mijn moeder steeds een zoen En mijn oom sneed de kalkoen aan voor mijn tante En dan was het alweer tijd om alle kaarsjes aan te doen Refrein Die kerstfeesten van thuis, van lang geleden Daar denk ik in december altijd aan Mijn neefjes knippen sterren zoals wij dat vroeger deden En ik steek voor mijn ouders op de schouw een kaarsje aan En dan denk ik er is best nog wat te wensen En er is af en toe ook heus iets aan de hand We zijn allemaal uiteindelijk maar mensen En het is niet te vermijden dat je soms je vingers brandt Maar je moet voor echte kaarsjes gaan in alle kleuren En je gaat heus niet dood van soms een binnenbrand Want er kan eigenlijk niks gebeuren Net als m’n moeder en m’n vader Emmertje zand, emmertje water Altijd bij de hand…
10.
Weltschmerz 04:21
WELTSCHMERZ (Dominique Engers/Wessel Coppes) Het wordt me af en toe ineens teveel Dan valt mijn oog op een verkruimelde bejaarde En dat grijpt mij dan beklemmend bij de keel Ik heb het ook bij leraren met baarden Rillende pony’s die wat slepen met één been Mannen van vijftig die een beetje muffig ruiken Waarvan ik meteen weer denk die woont alleen Nou, dan kan ik wel een zakdoekje gebruiken Doorgaans ben ik positief, heb ik het leven lief Vind ik de schoonheid van de schepping één groot wonder Maar soms, heel soms, lijd ik aan de lelijkheid En ga ik aan mijn weltschmerz haast ten onder Soms valt het leven mij zo onvoorstelbaar zwaar Dat alles pijn doet aan mijn oren en mijn ogen Zo’n zoenend puberstel met puisten en vet haar Met de moed der wanthoop stevig vastgezogen Het is direct vanaf het opstaan aan de hand Ik zie een lelijk plein of ik hoor kromme zinnen Een foto van een blinde Syriër in de krant Nou, dan hou ik het eenvoudig niet meer binnen Refrein Meisjes van achttien met een heel erg slecht figuur Een relnicht met een rood scharlaken brilmontuur Een man met hazenlip en scheel en ook nog mank Die al zijn zaad wil storten op de spermabank Zo’n fietsend echtpaar, zij er hijgend achteraan En allebei precies hetzelfde windjack aan Iemand in een veel te groot en pluizig vest Waar u en ik zich echt niet in zouden vertonen Treurige flatjes in Zuid Beveland of Best Waarvan je denkt dat daar toch mensen moeten wonen En vanavond valt het ook alweer niet mee Want vanavond zijn er ook weer heel veel dingen Maar ’t is voornamelijk die jongen op rij twee Die maakt dat ik gewoon niet verder meer kan zingen
11.
Geen haast 03:23
GEEN HAAST (Dominique Engers/Eelco Menkveld) Zo’n man waarvan ik altijd dacht Geen haast ermee We kunnen heel lang wachten Geen haast ermee Wat fijn Maar wel zo nu en dan in mijn gedachten We kunnen rustig wachten, allebei Tot we misschien wel tachtig jaar geworden zijn Nu en dan een onverwacht bericht Van waar ik zoal mee bezig was en jij En dat het leven prachtig was en licht En dat het goed ging met ons allebei Soms bleek jij op hetzelfde feest te zijn Dan kusten wij elkaar en proostten wij Omdat het leven smaakte en de wijn Omdat het goed ging met ons allebei Refrein En soms, wanneer ik aan iets nieuws begon Dacht ik aan jou, maar ach, dat liep niet weg Het hoefde niet, we hadden niks, niet echt Maar wel altijd de belofte dat het kon En zo kruisten onze wegen nu en dan En zo bleef het goed gaan met ons allebei En zo ging de tijd zo zachtjes aan voorbij En het leven trok gewoon z’n eigen plan Refrein Zo’n man waarvan Geen haast Zo’n man was jij
12.
IK WIL DE PIJP NIET UIT (Dominique Engers/Wessel Coppes) Ome Frank de haringkoning stond al jaren onverstoord In de Pijp z’n verse haringen te kaken Elke dag met frisse moed Voor iedereen een vriendelijk woord Te beroerd niet om een babbeltje te maken Aan een dame in een boerka, aan een yuppige meneer Aan de hele santenkraam meldde hij luid Van m’n levensdagen leg ik nooit het bijltje erbij neer Ome Frank? Die wil de Pijp nog lang niet uit! Wie de Pijp kent weet zo goed De Pijp die zit je in het bloed De Pijp die zit onder je huid En dus wil ik de Pijp niet uit Maar de tijden werden slechter en de haring die werd duur Echte crisisjaren waren aangebroken Ome Frank die bleef vrijgevig, met z’n uitjes en z’n zuur Ook al kreeg ie zelf een zware pijp te roken Maar de klanten bleven komen, zelfs de yuppige meneer Maakte voor ome Frank een omweg uit Oud-Zuid Die werd wat strammer en wat krommer Het ging niet zo soepel meer Maar de Pijp? Die wilde ome Frank niet uit! Refrein En toen op een zekere morgen bleef de kar in ene leeg En erop een briefje met wat hanepoten Daarop stond slordig te lezen en de hele Pijp die zweeg Door omstandigheden is de zaak gesloten En de dame in de boerka, en de yuppige meneer De hele santenkraam, de hele Pijp stond paf Kon het waar zijn? Ome Frank? Was ome Frank er echt niet meer? Ome Frank, die zo de pijp aan Maarten gaf? Wie hem kende wist zo goed De Pijp die zat hem in het bloed De Pijp die zat onder z’n huid En toch is hij de Pijp nu uit!

about

Twaalf nieuwe, Nederlandstalige liedjes voor de fijnproever. Meeslepende muziek en poëtische, melancholieke teksten. Dominique Engers schrijft en zingt over alles wat haar dierbaar is. En om mensen, plaatsen en gebeurtenissen betekenis te geven en te behoeden voor vergetelheid.

Geen Haast is haar persoonlijke, liefdevolle ode aan alles wat het leven zo mooi maakt.

credits

released December 11, 2016

Dominique Engers: Zang
Eelco Menkveld: Piano en zang
Hans van Gelderen: Gitaar en zang
Sybren van Doesum: Trompet, bugel, klokkenspel en zang

Productie: Dominique Engers, Eelco Menkveld, Ralf Grevelink
Opnameleiding: Ward Veenstra, Jeroen Sleyfer, Ralf Grevelink
Opname, mixage, mastering: Ward Veenstra
Zaalgeluid: Boris Huijbers
Vormgeving: Eelco Menkveld
Make-up artist: Lydia Thann
Fotografie: Govert de Roos

license

all rights reserved

tags

about

Dominique Engers Amsterdam, Netherlands

Twaalf nieuwe, Nederlandstalige liedjes voor de fijnproever. Meeslepende muziek en poëtische, melancholieke teksten. Dominique Engers schrijft en zingt over alles wat haar dierbaar is. En om mensen, plaatsen en gebeurtenissen betekenis te geven en te behoeden voor vergetelheid.

Geen Haast is haar persoonlijke, liefdevolle ode aan alles wat het leven zo mooi maakt.
... more

contact / help

Contact Dominique Engers

Streaming and
Download help

Redeem code

Report this album or account

If you like Dominique Engers, you may also like: