1. |
Stokroos
01:57
|
|||
STOKROOS
(Dominique Engers/Jeroen de Vries)
Ik dacht een laatbloeier te wezen
Maar dat is helemaal niet waar
Ik heb ontdekt: ik ben een stokroos
Die bloeit gewoon niet ieder jaar
Soms een jaar dat alles stilstaat
Het andere jaar vol in de knop
Als uit een winterslaap ontwaakt
Dan bloei ik weer enorm op
De ene keer sta ik te wachten
Stil en dor, geen sprietje groen
En dan weer groei ik uit mijn krachten
De mooiste bloem van het seizoen
Soms dan ben je mij vergeten
Wist niet meer dat ik nog bestond
En dan ineens schiet ik in juni
Als nooit tevoren uit de grond
Ik dacht altijd: ik bloei als laatste
Maar dat is toch niet wat ik doe
Ik ben namelijk een stokroos
En die bloeit maar af en toe
|
||||
2. |
Eerste zomerdag
04:56
|
|||
EERSTE ZOMERDAG
(Dominique Engers/Wessel Coppes)
De eerste zomerochtend in het mooie huis aan zee
Hij is om half zeven al klaarwakker
Een rieten mandje aan zijn arm, z’n jongste dochtertje mag mee
Want ze gaan samen voor croissantjes naar de bakker
Ze lopen langs het strand, twee vlechtjes dansen in haar haar
Haar kleine warme handje in de zijne
Wiegend op de wind zweeft daar een krijsend meeuwenpaar
En de zon belooft de hele dag te schijnen
En de tijd rolt als een steentje van een berg
Maar vandaag vindt hij dat helemaal niet erg
Op deze eerste zomerdag, te blij om daarbij stil te staan
Loopt hij er samen met zijn dochter zielsgelukkig achteraan
De zee ligt als een spiegel aan het nu nog stille strand
Hij heeft niets meer te wensen of te dromen
Daar loopt ie met z’n mandje en z’n dochter aan de hand
Herkent de geur van zout en dennenbomen
Alles zoals het was, hetzelfde als de laatste keer
Hij ziet de bootjes zachtjes op het water drijven
En het is net alsof hij pas en het is net alsof hij weer
En het is net of alles altijd zo zal blijven
Refrein
En de tijd rolt als een steentje naar omlaag
Als een steentje van de berg naar omlaag
Alleen de eerste zomerdag lijkt de tijd wel stil te staan
Of alles altijd zo zal blijven als vandaag
|
||||
3. |
Strakke mandarijnen
03:23
|
|||
STRAKKE MANDARIJNEN
(Dominique Engers/Eelco Menkveld)
Een tafel met een feestmaaltijd en hele mooie wijnen
De zon die in de winter zomaar onverwacht gaat schijnen
Krakende lakens op je bed als het net is verschoond
De eerste krokus die zich als bij toverslag vertoont
Ach, de een wordt blij wanneer ie een record gebroken heeft
De ander als z’n kindje voor het eerst een lachje geeft
Echt geluk dat zit hem in het hele kleine
Zo word ik altijd blij, zo godvergeten blij
Ik word zo blij van strakke mandarijnen
Dat je twee kilo kwijt bent na je eerste weekje lijnen
Eendjes voeren in het park of zwemmen met dolfijnen
Een plant die maandagochtend bij het vuilnis is gezet
En die door een passant dan toch het leven wordt gered
Ach, de een wordt blij van chocolaatjes in z’n kerstpakket
De ander als z’n kindje voor het eerst een stapje zet
Refrein
Een aambei die na maanden pijn ineens lijkt te verdwijnen
Een preitaart die gelukt is of op tijd rijdende treinen
Het schilderij boven je bank dat eindelijk goed hangt
Een katje dat een muis belaagt maar die steeds net niet vangt
Ach, de één wordt blij als ie met scrabble al z’n letters legt
De ander als z’n kindje voor het eerst een woordje zegt
Refrein
|
||||
4. |
Bij het oude
03:28
|
|||
BIJ HET OUDE
(Dominique Engers/Eelco Menkveld)
Ik hoef geen nieuwe ijskast als de oude het nog doet
Ik hoef geen hippe merken spijkerbroeken
Het voordeel van een E-reader begrijp ik best heel goed
Maar ik ben nog altijd dol op echte boeken
En ik weet ergens een klein dorpje waar de tijd heeft stilgestaan
Waar de vooruitgang nergens nog heeft huisgehouden
Op het dorpsplein staat al jarenlang een prachtige plataan
Ach, waarom blijft gewoon niet alles bij het oude?
Ik wil geen andere ijskast en ik wil geen andere man
Ik wil geen iPad waar je overheen moet wrijven
Ik ga niet op Bikram yoga en ik koop geen slowcook pan
En ik ben nog altijd dol op brieven schrijven
En ik weet ergens een Frans dorpje waar de tijd heeft stilgestaan
Oude mannen zitten met hun oude vrouwen
Aan de koffie in de schaduw van die prachtige plataan
Ach, waarom blijft gewoon niet alles bij het oude?
Het concept van een conceptshop of van een pop-up store
Dat past bij mij gewoon niet in m’n schema
Zit er ergens net een winkel, is ie er alweer vandoor
Ik ga al honderd jaar het liefste naar de HEMA
En ik weet ergens een Frans dorpje waar de tijd heeft stilgestaan
Er is geen Wifi en er zijn geen flatgebouwen
Maar de zon schijnt er volop en op het plein staat die plataan
En alles blijft er, hoop ik, altijd bij het oude
Ik hoef geen hunk op Second Live, geen slanke avatar
En ik hoef ook niet virtueel te daten
Ik wil met echte mensen naar een echte mensen bar
En ik ben nog altijd dol op lekker eten
En op een piepklein Frans terras daar drink ik elke zomer wijn
Daar word ik oud net als die mannen en die vrouwen
Daar wil ik doodgaan in de schaduw van die prachtige plataan
Ach, waarom blijft gewoon niet alles…
|
||||
5. |
De haven in 't zicht
03:29
|
|||
DE HAVEN IN ’T ZICHT
(Dominique Engers/Wessel Coppes)
Huizen als schepen, rotsvast aan de rede
Het water beweegt en het stroomt naar de zee
De haven, mijn haven waar jaren vergleden
Daar kwam ik je tegen en ging met je mee
Gebouwen als boten, aan steen vastgeklonken
Het woelige water een kolkende brij
De golven bewegen, ze beuken en bonken
Daar kwam ik je tegen en kuste je mij
Van zuid en van noord komen altijd weer mensen
Honderden, duizenden, zonder gezicht
Ze zoeken een thuis en dat doen ze al eeuwen
De wind in de rug en de haven in ’t zicht
De kade een vesting, de zon op de kranen
Olie en rook, het werd maart, het werd mei
De wind op mijn wangen, die nat zijn van tranen
Hier namen wij afscheid, hier ging het voorbij
Van zuid en van noord komen altijd weer schepen
Beladen en zwaar, onder teveel gewicht
Ze zoeken een thuis en dat doen ze al eeuwen
De wind in de zeilen, de haven in ’t zicht
Schepen die komen en ook weer verdwijnen
De wind in de zeilen, de wind in de rug
Hier meerde jij aan en hier werd je de mijne
Hier ging je vandaan en hier kwam je terug
De mensen die varen, de krijsende meeuwen
Licht op de baren of zwaar van gewicht
Ze zoeken een thuis en dat doen ze al eeuwen
De wind in de rug…
Mijn wangen die onder jouw kussen besneeuwen
De zon in mijn haar, op mijn zoute gezicht
Je komt bij mij thuis en dat doe je al eeuwen
De wind in de rug en de haven in ’t zicht
|
||||
6. |
De seizoenen
04:15
|
|||
DE SEIZOENEN
(Dominique Engers/Wessel Coppes)
Ik heb je leren kennen in de lente
Alle bomen veelbelovend in de knop
Ik was achttien en een mollige studente
Jij werd mijn wereld, zette alles op z’n kop
Amsterdam, ik kreeg een kamer driehoog achter
Ik leerde leven in mijn mooie, nieuwe stad
Ik vrijde voor de eerste keer en dat was prachtig
Ik kocht een veertiendehands fiets die werd gejat
In de zomer heb ik zo van je genoten
Naar het Vondelpark tot midden in de nacht
Kouwe biertjes op terrassen en in boten
Lome picknicks op het water van de gracht
Amsterdam, ik weet de dag nog dat ik trouwde
De zon scheen warm en dat hield maanden maar niet op
En ik kocht weer eens een fiets, een hele oude
Met kinderzitjes, eentje voor-, één achterop
In de herfst heb je mijn ogen weer geopend
Voor je kleuren, voor je lichtjes op de gracht
Voor je boeken en het bockbier in de kroegen
Voor je schoonheid, voor mijn eigen levenskracht
Amsterdam, ik voelde me weer even twintig
En opnieuw verliefd, opnieuw op vrijerspad
Samen naar het Rembrandplein en naar Tuschinski
Achterop bij hem, mijn band was weer eens plat
Als straks de winter komt, de winter van mijn leven
Alles bevroren, zelfs ijs op de Sloterplas
Dan weet ik dat jij er zult zijn om troost te geven
Dan zul je warm en zacht zijn als een oude jas
En in de lente fietsen meisjes op de grachten
Die van je houden zoals ik dat heb gedaan
Amsterdam, het is zo’n troostrijke gedachte
Dat zij er zijn als het mijn tijd is om te gaan
|
||||
7. |
Verandering
03:14
|
|||
VERANDERING
(Dominique Engers/Eelco Menkveld)
Zoals de wisseling van jaargetijden
Of zon die na een onweer weer verschijnt
Een nieuw begin kan brengen, een bevrijden
Zo zijn veranderingen nooit een eind
Zoals het strand bij eb, leeg, zonder golven
Door meeuwen vrolijk krijsend wordt begroet
En zich groots, onder een schelpenbed bedolven
Elke keer weer laat verrassen door de vloed
Zoals het bos, verschroeid en zwartverlaten
Ontkiemt nadat een brand er heeft geloeid
Dat je alleen gewoon de tijd moet laten
Tot elke boom weer naar de hemel groeit
Zoals die man, geslagen door het leven
De vrouw die van de liefste afscheid nam
Zich allebei opnieuw durfden te geven
Het kind, dat onverwacht ter wereld kwam
Getijden zullen altijd blijven keren
Alles beweegt, ga daar niet tegen in
En bedenk, als ze het tegendeel beweren
Een verandering is altijd een begin
|
||||
8. |
Als eerste
04:15
|
|||
ALS EERSTE
(Dominique Engers/Wessel Coppes)
Ik weet het nog, het was een zaterdag
En de eitjes hadden iets te lang staan koken
Jij had de koffie en de broodjes al geroken
En het huis gedaan met de Franse slag
En het was toen dat ik ineens besloot
Aan dat ontbijt, wij zo gelukkig samen
De poes op schoot, het zonlicht door de ramen
Ga jij maar als eerste lief, jij mag als eerste dood
Ik red me wel, ik smeer wel crème op mijn gezicht
Ik blijf bewegen en goed voor mezelf zorgen
Ik leer het daglicht wel verdragen in de morgen
En in de nacht knijp ik mijn ogen stevig dicht
Het bed zal leeg zijn en het huis misschien te groot
Ik zal alleen zijn maar ik heb vriendinnen
Ik ga desnoods een studie Nederlands beginnen
Ik ga, ik ga, ik ga, maar ga jij maar als eerste dood
Want wat moet ik in de hemel zonder jou?
Moet ik me daar een beetje op gaan zitten vreten?
Omdat ik zie: jij geeft de poezen weer geen eten
Ik wil niet zien hoe jij onthand bent en in nood
Ik ga, ik ga, ik ga, maar ga jij maar…
Ik word een leuke ouwe dame, dat is mijn aard
Ik ga gewoon een beetje in mezelf praten
En me na jouw dood weer op mezelf verlaten
En verdragen wat jou hopelijk blijft bespaard
Hoe het zou moeten liefste, heb ik in mijn hoofd
Hoe jij zonder angsten inslaapt in mijn armen
Tot aan je laatste adem wil ik je verwarmen
Daarom liefste, daarom, mag jij als eerste dood
|
||||
9. |
Echte kaarsjes
04:19
|
|||
ECHTE KAARSJES
(Dominique Engers/Eelco Menkveld)
Bij ons thuis was het kerstfeest heel bijzonder
Een huis vol liefde en dennengroen
Een hele grote boom met daar een berg cadeautjes onder
Twee kleden voor de haard om daarop spelletjes te doen
En mijn moeder kookte heerlijke gerechten
En wij, we knipten sterren uit een oude krant
En de kaarsjes in de boom dat waren echte
Die mijn vader ’s avonds aanstak, één voor één met vaste hand
Het moesten echte kaarsjes zijn in alle kleuren
En al was er ook een kleine kans op brand
Er kon eigenlijk niks gebeuren
Met een emmertje met water
En daarnaast een tweede emmertje met zand
Want die had mijn vader altijd bij de hand
Bij ons thuis was het kerstfeest heel bijzonder
Een boom vol lichtjes en engelenhaar
Ik versierde samen met mijn zusje alle takken
En in de huizen om ons heen versierden ze elkaar
Maar mijn moeder kookte heerlijke gerechten
En mijn vader gaf mijn moeder steeds een zoen
En mijn oom sneed de kalkoen aan voor mijn tante
En dan was het alweer tijd om alle kaarsjes aan te doen
Refrein
Die kerstfeesten van thuis, van lang geleden
Daar denk ik in december altijd aan
Mijn neefjes knippen sterren zoals wij dat vroeger deden
En ik steek voor mijn ouders op de schouw een kaarsje aan
En dan denk ik er is best nog wat te wensen
En er is af en toe ook heus iets aan de hand
We zijn allemaal uiteindelijk maar mensen
En het is niet te vermijden dat je soms je vingers brandt
Maar je moet voor echte kaarsjes gaan in alle kleuren
En je gaat heus niet dood van soms een binnenbrand
Want er kan eigenlijk niks gebeuren
Net als m’n moeder en m’n vader
Emmertje zand, emmertje water
Altijd bij de hand…
|
||||
10. |
Weltschmerz
04:21
|
|||
WELTSCHMERZ
(Dominique Engers/Wessel Coppes)
Het wordt me af en toe ineens teveel
Dan valt mijn oog op een verkruimelde bejaarde
En dat grijpt mij dan beklemmend bij de keel
Ik heb het ook bij leraren met baarden
Rillende pony’s die wat slepen met één been
Mannen van vijftig die een beetje muffig ruiken
Waarvan ik meteen weer denk die woont alleen
Nou, dan kan ik wel een zakdoekje gebruiken
Doorgaans ben ik positief, heb ik het leven lief
Vind ik de schoonheid van de schepping één groot wonder
Maar soms, heel soms, lijd ik aan de lelijkheid
En ga ik aan mijn weltschmerz haast ten onder
Soms valt het leven mij zo onvoorstelbaar zwaar
Dat alles pijn doet aan mijn oren en mijn ogen
Zo’n zoenend puberstel met puisten en vet haar
Met de moed der wanthoop stevig vastgezogen
Het is direct vanaf het opstaan aan de hand
Ik zie een lelijk plein of ik hoor kromme zinnen
Een foto van een blinde Syriër in de krant
Nou, dan hou ik het eenvoudig niet meer binnen
Refrein
Meisjes van achttien met een heel erg slecht figuur
Een relnicht met een rood scharlaken brilmontuur
Een man met hazenlip en scheel en ook nog mank
Die al zijn zaad wil storten op de spermabank
Zo’n fietsend echtpaar, zij er hijgend achteraan
En allebei precies hetzelfde windjack aan
Iemand in een veel te groot en pluizig vest
Waar u en ik zich echt niet in zouden vertonen
Treurige flatjes in Zuid Beveland of Best
Waarvan je denkt dat daar toch mensen moeten wonen
En vanavond valt het ook alweer niet mee
Want vanavond zijn er ook weer heel veel dingen
Maar ’t is voornamelijk die jongen op rij twee
Die maakt dat ik gewoon niet verder meer kan zingen
|
||||
11. |
Geen haast
03:23
|
|||
GEEN HAAST
(Dominique Engers/Eelco Menkveld)
Zo’n man waarvan ik altijd dacht
Geen haast ermee
We kunnen heel lang wachten
Geen haast ermee
Wat fijn
Maar wel zo nu en dan in mijn gedachten
We kunnen rustig wachten, allebei
Tot we misschien wel tachtig jaar geworden zijn
Nu en dan een onverwacht bericht
Van waar ik zoal mee bezig was en jij
En dat het leven prachtig was en licht
En dat het goed ging met ons allebei
Soms bleek jij op hetzelfde feest te zijn
Dan kusten wij elkaar en proostten wij
Omdat het leven smaakte en de wijn
Omdat het goed ging met ons allebei
Refrein
En soms, wanneer ik aan iets nieuws begon
Dacht ik aan jou, maar ach, dat liep niet weg
Het hoefde niet, we hadden niks, niet echt
Maar wel altijd de belofte dat het kon
En zo kruisten onze wegen nu en dan
En zo bleef het goed gaan met ons allebei
En zo ging de tijd zo zachtjes aan voorbij
En het leven trok gewoon z’n eigen plan
Refrein
Zo’n man waarvan
Geen haast
Zo’n man was jij
|
||||
12. |
Ik wil de Pijp niet uit
03:55
|
|||
IK WIL DE PIJP NIET UIT
(Dominique Engers/Wessel Coppes)
Ome Frank de haringkoning stond al jaren onverstoord
In de Pijp z’n verse haringen te kaken
Elke dag met frisse moed
Voor iedereen een vriendelijk woord
Te beroerd niet om een babbeltje te maken
Aan een dame in een boerka, aan een yuppige meneer
Aan de hele santenkraam meldde hij luid
Van m’n levensdagen leg ik nooit het bijltje erbij neer
Ome Frank? Die wil de Pijp nog lang niet uit!
Wie de Pijp kent weet zo goed
De Pijp die zit je in het bloed
De Pijp die zit onder je huid
En dus wil ik de Pijp niet uit
Maar de tijden werden slechter en de haring die werd duur
Echte crisisjaren waren aangebroken
Ome Frank die bleef vrijgevig, met z’n uitjes en z’n zuur
Ook al kreeg ie zelf een zware pijp te roken
Maar de klanten bleven komen, zelfs de yuppige meneer
Maakte voor ome Frank een omweg uit Oud-Zuid
Die werd wat strammer en wat krommer
Het ging niet zo soepel meer
Maar de Pijp? Die wilde ome Frank niet uit!
Refrein
En toen op een zekere morgen bleef de kar in ene leeg
En erop een briefje met wat hanepoten
Daarop stond slordig te lezen en de hele Pijp die zweeg
Door omstandigheden is de zaak gesloten
En de dame in de boerka, en de yuppige meneer
De hele santenkraam, de hele Pijp stond paf
Kon het waar zijn? Ome Frank?
Was ome Frank er echt niet meer?
Ome Frank, die zo de pijp aan Maarten gaf?
Wie hem kende wist zo goed
De Pijp die zat hem in het bloed
De Pijp die zat onder z’n huid
En toch is hij de Pijp nu uit!
|
Dominique Engers Amsterdam, Netherlands
Twaalf nieuwe, Nederlandstalige liedjes voor de fijnproever. Meeslepende muziek en poëtische, melancholieke teksten.
Dominique Engers schrijft en zingt over alles wat haar dierbaar is. En om mensen, plaatsen en gebeurtenissen betekenis te geven en te behoeden voor vergetelheid.
Geen Haast is haar persoonlijke, liefdevolle ode aan alles wat het leven zo mooi maakt.
... more
Streaming and Download help
If you like Dominique Engers, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp